donderdag 5 april 2012

De Stem van Van der Heiden: Vechtkabinet


Ze praten dus weer, daar in het Catshuis – en ze worden bedankt. Ik zag de Frans Duynsteetrofee al in de verte gloren, maar moet nog eventjes wachten. Al hoef ik niet al te lang geduld te hebben. Deze ‘bijzondere politieke samenwerking’, zoals Rutte zijn krakende minderheidskabinet noemt, heeft zijn langste tijd gehad. Er is een verbandje gelegd om de bijna-breuk van gisteren – maar is dat sterk genoeg om de boel bij elkaar te houden? Het lijkt me stug.

Probleem lijkt te zijn dat Wilders wel wil praten over bezuinigingen voor 2013 om het begrotingstekort onder de 3% te krijgen, maar niet over hervormingen op langere termijn, zoals het zorgstelsel, het ontslagrecht en de woningmarkt. Daarmee wordt het dooronderhandelen hoogstwaarschijnlijk een drukverbandje, dat nooit bestand is tegen de open breuk van de economische toekomst. Het zal Rutte en Verhagen zo langzamerhand wel duidelijk worden dat er met de PVV als het erop aan komt eigenlijk geen zaken te doen is.

Daarmee kan de onderhandelingsbreuk wel gelijmd zijn, maar ligt het onderliggende probleem er nog even scherp. Een kwestie van geduld dus voor het kabinet uitglijdt over de eerste de beste bananenschil. Het is natuurlijk koffiedik kijken – maar wel met een licht wetenschappelijk sausje. Want, hoewel de geschiedenis zich in tegenstelling tot het populaire gezegde eigenlijk nooit herhaalt, is er wel een historisch precedent.

In 1981 waren CDA en PvdA door de kiezers tot elkaar veroordeeld om samen (tuurlijk, met D66 als glijmiddel) een kabinet te vormen. Met opgewekte tegenzin. CDA-leider Van Agt was net bijgekomen van een jarenlange vernedering onder Den Uyl; de PvdA-leider moest er niet aan denken om te moeten dienen onder de antipoliticus Van Agt. Maar het moest toch. En, na maandenlange onderhandelingen kwam er zelfs een kabinet uit – de beëdigingsfoto liet al zien tegen welke heug en meug. Maar toen werd de economische wind nog killer en moest het regeerprogram worden bijgesteld – en viel het kabinet al voor zijn presentatie in de Kamer. De breuk werd gelijmd en het ‘vechtkabinet’, zoals het al snel heette, toog aan de slag. Nou ja, aan de slag, het viel uiteindelijk definitief na een half jaartje.

Het lijkt verdacht veel op wat er nu gebeurt. Economische tegenwind, en één van de partners die helemaal geen zin heeft om te hervormen omdat de eigen achterban te veel in de knel komt. Ik voorspel: áls ze er al uitkomen, dan is het van korte duur. Want het kabinet kan dan wel harmonieus zijn, met de PVV is er overduidelijk een vechtrelatie. En vechtrelaties duren in de politiek nooit zo lang als in menig privéleven.
(Geschreven en geplaatst op 30 maart)

De Stem van Van der Heiden gereanimeerd!

In politiek spannende tijden verschijnt op de nieuwssite van de Radboud Universiteit steevast mijn blog 'De Stem van Van der Heiden'. Met de perikelen van afgelopen week rond de Catshuisbesprekingen is het blog weer gereanimeerd. Maar ja, de internetangst van de bestuurders van de RU heeft ervoor gezorgd dat deze alleen toegankelijk zijn voor studenten en medewerkers van de universiteit. Daarom, voor de duizenden volgers die niet aan de campus gelieerd zijn, nu ook op mijn eigen blog. Het copyright ligt echter wel bij de RU Nijmegen, denk ik... Oja, ik plaats ze maar in de volgorde van verschijnen!



De Stem van Van der Heiden: Rutte gaat doorrrrr

Het zag er spannend uit, gisteren en vanochtend, en zelfs ik – toch niet gespeend van enige parlementair historische kennis – trapte erin. Wel een mooie gelegenheid voor mij om weer eens een voorspelling te doen die niet uitkwam.
Het ‘grote duiden’ gaat nu in de richting van een zorgvuldig geënsceneerd toneelspel, nodig voor Wilders om zijn achterban te laten zien dat hij heus zijn uiterste best doet om de rechtspositie, de AOW en de hypotheekrenteaftrek van Henk en Ingrid te beschermen en Mohammed en Fatima in nog grotere mate buiten de landsgrenzen te houden. Maar eerlijk gezegd, hoe goed de PVV-leider ook is in het bespelen van de publieke opinie, ik geloof er helemaal niets van. Volgens mij hadden we hier te maken met een echte crisis in de onderhandelingen.
Niet zo gek ook, trouwens. De ingrepen die er geheid aan zullen komen, treffen vooral de achterban van Wilders. Bij de totstandkoming van dit kabinet heeft hij al de maximale rek uit zijn niet al te flexibele ruggengraat moeten halen om een programmatisch akkoord met CDA en VVD te kunnen sluiten, louter om ‘links’ niet aan de macht te krijgen. Nu moet hij dat weer doen – maar tegen welke prijs? Volledige uitverkoop van het PVV-verkiezingsprogram? Daartegenover staat dat uit de peilingen na het vertrek van Brinkman blijkt dat de magie van Wilders begint af te bladderen. Als rekensom: breuk = nieuwe verkiezingen = oppositie (want niet mee te werken) + links in het kabinet. Een duivels dilemma voor de PVV-leider. Wil hij ten onder gaan aan het verbreken van beloften aan zijn achterban of aan het langdurig veroordeeld zijn tot de oppositiebankjes door de voormalige coalitiepartners? De strop of het vuurpeloton? Hoe dan ook wordt het, in zijn eigen woorden, huilie-huilie voor hem.
Na het nachtje slapen heeft Wilders kennelijk besloten voor de eerste variant. Afhankelijk van de toezeggingen die hij heeft gekregen (waarschijnlijk toch bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en een papieren beperking van de immigratie) roept dat echter nieuwe problemen op voor het CDA. De eisen van Wilders zijn niet te verkopen aan de toch al rap afkalvende christendemocratische achterban. Dus mochten Rutte, Verhagen en Wilders tot een akkoord komen – wat nog absoluut niet zeker is – dan wil dat niet zeggen dat dat ook nog door het huidige kabinet uitgevoerd kan worden. Een blik op de parlementaire geschiedenis leert ons dat de gebeurtenissen van gisteren de prelude voor de val van het kabinet zijn – maar daarover morgen meer.
(geschreven en geplaatst op 29 maart)

woensdag 21 maart 2012

The accidental Hero

Enige verbijstering was toch wel mijn deel toen ik gisteren hoorde dat Hero Brinkman uit de PVV-fractie stapt maar wel zijn Kamerlidmaatschap behoudt. Geen verbijstering omdat hij Geert de rug toekeert - hoe lang kun je binnen een fractie een royal pain in the ass blijven - maar vanwege zijn argumentatie. En dan heb ik het niet over het alsmaar repeterende geroeptoeter over de democratisering van de PVV; dat was natuurlijk een volstrekt kansloze operatie, en dat wist Brinkman ook wel. De PVV is Wilders en Wilders is de PVV en dus is die beweging al maximaal gedemocratiseerd. De leden hebben binnen de PVV meer invloed dan bij welke partij dan ook: ze bepalen de politieke lijn, benoemen de leider, stellen de volledige lijst vast en schrijven zelfs de vele tweets die namens de PVV verschijnen. Jammer genoeg is er maar één lid, Geert Wilders zelf, maar een kniesoor die daar op let.

Die kniesoor gaat nu dus in zijn eentje verder, omdat hij vindt dat de PVV bevolkingsgroepen te veel over één kam scheert. Brinkman kent namelijk heel veel volledig 'geassimileerde' moslims en de meeste Polen zijn eigenlijk ook best wel okee. En daar was mijn verbijstering. Natuurlijk, altijd mooi als iemand vindt dat de PVV moslims en midden- en Oost-Europeanen te veel wegzet als een blok van enge terroristen danwel dronken overlastbezorgende baantjesafpakkers, maar was dat niet een beetje laat, Brinkman? Het over een kam scheren van bevolkingsgroepen is vanaf de oprichting de core bussiness, de raison d'être van deze beweging. Als het Brinkman zo tegen de borst stuitte, wat deed hij dan in godsvredesnaam bij die club?

Het kan dan ook nauwelijks anders dan dat er een andere reden achter zijn vertrek zit: hij is het zat om in de relatieve anonimiteit achter de geblondeerde rug van Wilders te moeten opereren. Hij wil zelf in de schijnwerpers. Dat is hem gisteren gelukt, en zolang dit kabinet er zit zal hem dat wel blijven lukken. Maar daarna is het afgelopen. Er is in het politieke spectrum geen plek voor een PVV-light, dat heeft het debacle van Trots op Nederland wel laten zien. En dan het Rita Verdonk nog heel wat meer voorkeurstemmen vergaard dan de lousy 18.000 van Brinkman, wiens 'zelfverdiende zetel' getalsmatig uit niet meer dan hooguit twee stoelpoten bestaat.

vrijdag 9 maart 2012

Alle partijen zullen politieke loopgraven moeten verlaten

Ruim honderd jaar geleden zat de Nederlandse politiek muurvast, met grote maatschappelijke onrust als gevolg. Het toenmalige 'rechts', de confessionele partijen, eisten gelijkberechtiging van het bijzonder onderwijs. 'Links' (alles wat niet confessioneel was) streefde een uitbreiding van het kiesrecht en sociale hervormingen na. Elkaars verlangens vonden ze maar niets. Het was een van de bronnen van de 'antithese', de polarisatie van de politiek op basis van het geloof.
 
Met de instelling van twee 'Pacificatiescommissies' (een voor beide kwesties), bestaande uit de leiders van alle politieke partijen, werd een oplossing gevonden: er vond een uitruil plaats tussen beide kampen. Rechts kreeg zijn financiële gelijkstelling van het onderwijs, links zijn algemeen (mannen)kiesrecht, hetgeen bij de Pacificatie van 1917 werd bekrachtigd. Gevolg: de antithese werd op termijn verlaten en coalities tussen confessionelen en liberalen werden mogelijk.

Klinkt deze situatie bekend? Ook nu zijn er grote politieke stromingen die hervormingen nastreven, die door een andere stroming worden geblokkeerd. Het huidige rechts, VVD en CDA, ambieert bijvoorbeeld de hervorming van de arbeidsmarkt (met D66 en GroenLinks), maar traditioneel links (PvdA, SP en de - in dit geval linkse - PVV) blokkeren deze. Links wil de hypotheekrenteaftrek aanpakken, maar dat wordt weer geblokkeerd door rechts. En daarmee blijven noodzakelijk geachte moderniseringen uit, waardoor Nederland nog lang in de begrotingsproblemen kan blijven verkeren.

Probleem is dat deze hervormingen volledig zijn gepolitiseerd, waarbij elke nuance is verdwenen. Aantasting van de hypotheekrenteaftrek zou volgens rechts tot een ineenstorting van de woningmarkt leiden, hetgeen ontelbare huizenbezitters in de financiële afgrond zou drijven. Hervorming van de arbeidsmarkt leidt volgens traditioneel links onherroepelijk tot het degraderen van werknemers tot loslopend wild, met verlies van elke rechtsbescherming. Kortom, alles blijft zoals het is.

Deze verstikkende wurggreep is de reden dat er fors bezuinigd moet worden, omdat deze zorgt voor relatief hoge arbeidskosten en dus economische concurrentienadelen, en een hoge woningprijs, gekoppeld aan een enorme private schuld en hoge overheidsuitgaven vanwege de belastingteruggaaf. Oplossingen zonder grondige hervormingen zullen volgens economen onnodig duur en weinig effectief zijn, aangezien zij de bron van de kwetsbaarheid van de Nederlandse economie niet aanpakken. Bij iedere economische tegenslag zal een zittend kabinet weer moeten 'ombuigen'.

Er zit maar een ding op: de politieke loopgraven moeten worden verlaten. Veto's, van welke partij ook, moeten worden losgelaten. Dat valt niet mee, omdat politieke partijen zich met deze embargo's hebben geïdentificeerd. CDA en vooral VVD zijn de partijen van de huizenbezitters, PvdA, SP en PVV kampioen van de rechtsbescherming van de werknemer. En, hoewel de PVV het VVD-CDA-kabinet gedoogt, is er programmatisch sprake van uitsluiting: er gebeurt op dit terrein tot nu toe helemaal niets. Er zijn twee nieuwe antitheses, op basis van beide noodzakelijke hervormingen.

Begin vorige eeuw werd er een oplossing gevonden door de splijtende kwesties te depolitiseren. Minister-president Cort van der Linden - door premier Rutte veelvuldig als grote voorbeeld aangehaald - wilde als 'eerlijk makelaar' de patstelling doorbreken en slaagde daar ook in, met de genoemde Pacificatiecommissies. Het schiep de ruimte om de antithese te verlaten, waardoor 'links' en 'rechts' elkaar niet langer principieel uitsloten.

Een zelfde oplossing zou nu gekozen moeten worden, al is er geen vier jaar tijd, zoals in 1913-1917. Maar dat hoeft ook niet. De oplossingen liggen allang op tafel; ze moeten alleen nog geaccepteerd worden. Daarvoor is het nodig dat Rutte zich boven de partijen stelt, en zich gelijk zijn grote voorbeeld als een 'eerlijk makelaar' opstelt om beide noodzakelijke hervormingen door te voeren.

Dat zal pijn doen in Den Haag, maar die pijn wordt wel gelijk verdeeld. En het levert nóg wat op: de mogelijkheid dat de moderne antithese van tafel gaat en links en rechts weer samen kunnen regeren, waardoor niemand meer afhankelijk hoeft te zijn van de gedoogsteun van een wispelturig buitenbeentje.


© Trouw 2012

vrijdag 2 maart 2012

Spekman, bedankt!

Arme, arme PvdA. Door de geniale vondst van kersvers partijvoorzitter Hans Spekman moeten de 'gewone' partijleden bepalen wie de nieuwe fractievoorzitter wordt. Waarom weet niemand, want wanneer er eindelijk weer eens verkiezingen zijn (ik gok zo rond oktober) moeten diezelfde gewone leden stemmen voor een nieuwe lijsttrekker. Een schertsvertoning nu dus, volstrekt overbodig. Waarom niet gewoon de CDA-lijn gevolgd (echt waar, de christendemocraten doen ook weleens wat goed!) en even wachten met het met veel bombarie op het schild hijsen van iemand die op zijn best een tussenpaus wordt? Het is goddorie maar een fractievoorzitter, een primus inter paris die gekozen moet worden. Dat kan de PvdA-fractie, die toch best bestaat uit verstandige lieden, heus wel zelf beslissen.

Maar goed, de partijleden moeten aan de bak. Kiezen tussen Albayrak, Samson, Van Dam, Plasterk en dark horse Jacobi. Op basis waarvan eigenlijk? Inhoudelijke verschillen zijn er nauwelijks of niet - en als die er wel zijn moet de eigenaar van de afwijkende ideeën subiet geroyeerd worden. De vijf kandidaten hebben immers allen het verkiezingsprogram onderschreven, en da's de inhoud voor de komende paar jaar. De keuze gaat dus over heel iets anders: over wie het gezicht moet zijn van de PvdA.

Nogmaals, waarom niet gewoon even het CDA nagedaan en een tijdje gewacht? Moet de PvdA per se een gezicht hebben op dit moment? En, moet iemand het gezicht willen zijn van de PvdA op dit moment? Ik moet zeggen dat ik de vijf kandidaten uitermate dapper vind om nu hun vingertje op te steken, nu grote delen van het electoraat vooral de middelvinger opsteken naar de PvdA. Een plotse wederopstanding ligt niet in het verschiet, dus een nieuwe leider mag net zo hard billenknijpen (de eigen, bij elkander, wel te verstaan) bij elke peiling als de zojuist vertrokken verlosser mocht doen. Politiek masochisme, of politieke zelfmoord?

Wie moet het eigenlijk worden? Mij is het grotendeels om het even, omdat ik er van uit ga dat we hier werkelijk met een interim-manager van doen hebben. Dat moet dus vooral een ervaren en gewicht in de schaal leggende politicus zijn, waarmee Van Dam en Jacobi afvallen. Ik zit nog te dubben of ik überhaupt ga stemmen. In ieder geval prijs ik de heer op mijn blote knieën dat het onzalige plan om ook niet-partijleden voor de politiek leider te laten stemmen bij deze verkiezing nog niet is doorgevoerd. Ik zie massa's PvdA-haters al op Jacobi stemmen om de partij het laatste zetje richting afgrond te geven...

vrijdag 24 februari 2012

Nog een oudje: column Vox november 2011

Valoriseren

Sinds mijn kop met enige regelmaat op tv komt – al heb ik volgens velen meer een radiohoofd – wordt ik gegroet door mensen die ik bij mijn beste weten niet ken. Schijnt erbij te horen – maar het zegt wel iets over de programma’s die die mensen frequenteren. EditieNL is tot nu toe het zwaartepunt van mijn media-aandacht, en da’s een programma waarvan ik alleen mijn eigen soundbite op uitzending gemist kijk. Maar ja, wetenschappelijk onderzoek moet gevaloriseerd zoals dat volgens het College heet, en zelfs met EditieNL bereik ik een groter publiek dan met welke wetenschappelijke publicatie dan ook. En, ook niet onbelangrijk, de H. Radboud kan wel wat positieve publiciteit gebruiken, na allerlei gedoe over censuur (eigen schuld, dikke bult) en, laten we maar zeggen, wat magertjes onderbouwde wetenschap uit de vegetarisch-psychologische hoek.
Daar hoeven ze bij mij niet bang voor te zijn, en niet alleen omdat ik graag vlees eet. Aan censuur heb ik een broertje dood (ik bedoel: ik lul maar wat raak) en met wetenschap heeft het over het algemeen ook weinig van doen (dat zeg ik, ik lul maar wat raak). Vaak vraag ik me af waarom geen willekeurige voorbijganger wordt gevraagd voor mijn analyses, want een gedegen wetenschappelijke opleiding is er niet echt voor nodig.
Toch komen de media om onverklaarbare redenen steeds terug – waardoor ik dus steeds vaker herkend en aangesproken wordt. Dacht ik laatst al het hoogtepunt in mijn mediacarrière meegemaakt te hebben toen oud-Veronica-omroepster en onbereikbare jeugdliefde Leonie Sazias mij in de rookruimte van het Mediapark begroette met de woorden ‘Ik zag je gisteren nog op teevee’, een dag later viel dat volledig in het niet door een mailtje van een mij volstrekt onbekende mevrouw die mij ook op de buis had gezien en een afspraakje wilde. Op de een of andere manier had ik niet het idee dat het haar om een wetenschappelijke uitwisseling, laat staan om een valorisatie daarvan te doen was – al is dat wel een mooi eufemisme en wellicht een prima openingszin (‘Ga je mee een stukje valoriseren?’)
Misschien moet ik me toch maar beperken tot de radio. Daar zit per slot van rekening Leonie Sazias…

Column Vox: Smoes

Smoes

Al rokend hoor je nog eens wat. Buiten staan in kou of regen schept blijkbaar een band tussen nicotineverslaafden – een band zo sterk dat we een heuse sociëteit op Alumniweb hebben opgericht, een sociëteit die al jarenlang een even zieltogend bestaan lijdt als het sociale medium zelf. Maar goed, we roken en kletsen wat af, daar voor het Erasmusgebouw, wij leden van RK Buitensociëteit Witte Rook. Aangezien het een gemengd gezelschap betreft niet over voetbal, auto’s of vrouwen (al doen de somtijds gefronste geëpileerde wenkbrauwen vermoeden dat ik het met dat laatste onderwerp niet altijd nauw genoeg neem – waarvoor sorry), maar meestentijds over de dingen die wij zo ter uni meemaken. En ja, dat zijn natuurlijk vaak klaagzangen over de werkdruk en vooral over dat lastige volk dat ons van ons échte werk afhoudt: de studenten.
Vorige week nog klaagde een rookster over het feit dat ze werkstukken zat na te kijken van studenten die allang met de studie waren gestopt, maar dat vergeten waren te melden. Zo tik je vlotjes een a twee verspilde uurtjes af van een meestal toch al overvolle werkdag. Een andere aanwezige gooide er nog een schepje bovenop. Zij had begrepen dat studenten tegenwoordig de idiootste smoezen bedenken om onder deadlines voor werkstukken uit te komen. In opkomst blijkt de spookbegrafenis te zijn: het schermen met het overlijden van een naaste om, indachtig het zeehondjeseffect, voldoende medelijden bij de docent op te wekken voor een speciale behandeling. Laatst was er eentje door de mand gevallen die voor de derde keer haar teerbeminde moedertje ten grave moest dragen. En nee, het betrof hier geen herhaalde wonderbaarlijke herrijzenis of het resultaat van een wat al te vaak gebroken gezin. De moeder in kwestie is springlevend en zal naar alle waarschijnlijkheid het afstuderen van dochterlief in blakende gezondheid bijwonen.
Ze zou voortaan om een bewijs gaan vragen, vertelde ze mij. Maar ja, wierp ik tegen, een rouwkaart is in de digitale wereld snel gefabriceerd, dus waterdicht is dat niet. Fysiek bewijs, dat hebben we nodig. Dus kijk niet gek op als er binnenkort met lijken gezeuld gaat worden op de campus. En dan nog drie weken wachten op de DNA-test, want wie zegt dat het aangeleverde kadaver inderdaad dat van het betreurde naaste familielid is?

donderdag 23 februari 2012

Arme sociaaldemocraten...

Gisteren (22 februari) geplaatst in het Reformatorisch Dagblad: mijn analyse van de problemen rond Cohen en de PvdA. Beetje lang voor een blog, maar vooruit met de geit...


Vertrek Cohen pas begin van vernieuwing PvdA

Het vertrek van Job Cohen is pas het begin van de noodzakelijke vernieuwing van de PvdA, betoogt 
Peter van der Heiden.

PvdA-fractievoorzitter Job Cohen maakte maandag bekend zijn functie neer te leggen (RD 21-2). Zijn beslissing is een terechte, die respect verdient. Maar de vraag moet wel gesteld worden waarom hij überhaupt op het schild gehesen werd.
Een bruggenbouwer als oppositieleider – je kunt ook het onmogelijke van iemand verlangen. Het is de partij die Cohen in deze positie heeft gebracht. Het tekortschietende optreden van de PvdA-fractievoorzitter in de oppositie kan hem daarom niet persoonlijk worden aangerekend.
De PvdA gokte en verloor. De werdegang van Cohen –van bewierookt aspirant-minister-president tot mislukt oppositieleider– weerspiegelt de situatie in de PvdA: van kandidaat-regeringspartij tot outcast in de peilingen.

Natuurlijk, Cohen was een prima tegenwicht tegen de PVV – in gevoelsmatig opzicht. Verbaal is hij echter geen moment in staat geweest om enig tegenspel aan Wilders te bieden. En dat verbale is nu net waarom het gaat, zoals politici als Rutte en Roemer vrijwel dagelijks laten zien.
Een politicus redt het tegenwoordig niet zonder oneliner, zonder af en toe een verbale knock-out uit te delen. Het lag karakterologisch te ver af van Cohen om daaraan mee te kunnen doen. Dát is die „Haagse en mediawerkelijkheid” waarover Cohen sprak.
Met zijn uitgesproken afschuw van polarisatie betoonde Cohen zich een prima nazaat van de oude Drees. Een bestuurder, geen politicus. Maar het past niet meer in deze tijd. Het landsbestuur is gepolitiseerd en gepolariseerd, en daar heeft iedere politicus het maar mee te doen.

Bureaucraten
Het vertrek van Cohen is overigens zeker geen panacee. De hele PvdA-fractie zit namelijk vol met Cohens, en een gedoodverfde opvolger is daar dan ook niet te vinden. De nieuwe fractievoorzitter zal een tussenpaus worden, in afwachting van de echte nieuwe leider. De PvdA is namelijk een bestuurderspartij geworden waarin het bedrijven van politiek ver te zoeken is. Goedwillende en vast zeer bekwame bureaucraten aan wie je met een gerust hart beleid kunt overlaten.
Maar een heldere politieke stellingname? Die ontbreekt in hoge mate. Daarin verschilt de PvdA in essentie niet van het CDA, en het is geen toeval dat het nu net deze twee partijen zijn die volgens de peilingen de grootste electorale klappen krijgen.
Beide partijen ontberen een duidelijk politiek profiel, waardoor ze de adem van andere partijen in hun nek voelen, ook en wellicht zelfs vooral in hun traditionele doelgroepen. Daar wordt erger dan in het politieke niemandsland het gebrek aan nestgeur ervaren. Het voormalige kernelectoraat van zowel PvdA als CDA voelt zich in de steek gelaten, ontheemd, verlaten door de beweging die decennialang voor zijn belangen opkwam.
Die aansluiting zal de PvdA weer moeten zoeken en vinden, wil zij weer een politieke factor van belang worden. Dat betekent dat zij er niet is met een nieuwe partijleider, maar dat zij zowel in inhoud als in vorm moet vernieuwen.
Het CDA heeft dat proces direct na de verkiezingen als regeringspartij gestart –met alle gevaren van dien– maar de PvdA heeft, verblind door het relatieve verkiezingssucces van 2010 (bijna de grootste!) twee belangrijke jaren laten liggen.
In wezen teert de sociaaldemocratie nog op het gedachtegoed van oud-premier Kok, die eind jaren tachtig de ideologische veren afschudde en het neoliberalisme omarmde. Zo’n twintig jaar later komt de PvdA niet veel verder dan een nuancering van dat neoliberalisme, gezien de uitwassen van de laatste jaren. Het ontbreekt de PvdA kortom aan een dwingend verhaal.

Idealen
Het bizarre is dat de verkiezingen van de afgelopen tien jaar laten zien dat je zo’n verhaal niet per se nodig hebt voor electoraal succes. Fortuyn en Wilders schoten omhoog dankzij wat oneliners en een uiterst dun verkiezingsprogram.
Dat zou de PvdA ook kunnen overkomen met een nieuwe lijsttrekker. Sterker nog, het is die partij al eens overkomen onder Bos in 2006. Maar de daaropvolgende periode heeft laten zien dat zo’n ‘dunne’ verkiezingsoverwinning voor een partij als de PvdA niet voldoende is.
De sociaaldemocratie, als klassieke ideologie, moet mensen inspireren en voor langere tijd aan zich kunnen binden om een stempel te kunnen drukken op de inrichting van de samenleving.
Met het vertrek van Cohen en het zoeken van een opvolger begint het dus pas voor de PvdA. De partij zal zichzelf opnieuw moeten uitvinden, moeten zoeken naar een moderne vertaling van de sociaaldemocratische idealen en daar een aansprekend politiek leider bij zoeken.
Als die niet gevonden worden of niet electoraal aanslaan, zal de PvdA moeten accepteren dat haar positie definitief wordt overgenomen door de SP.

De auteur is als politicoloog verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en freelance politiek analist.

dinsdag 7 februari 2012

Wak

Het gaat niet goed met de PVV. Nou ja, er zijn altijd partijen waarmee het een stuk slechter gaat en die een moord zouden doen voor de ruim 20 zetels waarop de club van Wilders nog altijd virtueel aanspraak maakt, maar sinds een tijdje staat de grote gedoogpartij op verlies. Niet alleen ten opzichte van de peilingen, maar ook gerelateerd aan het aantal huidige Kamerzetels. Het lijkt erop dat een deel van de aanhang niet meer betoverd is door de magie van Wilders' shock and awe, maar ziet wat de PVV daadwerkelijk behaalt. En da's verdomd weinig - reden om fluks richting SP over te steken (a giant leap for a political mind) omdat Roemer eigenlijk hetzelfde belooft, maar dan progressief en zonder xenofobie.

Dus moet Wilders aan de bak. Met een staaltje unverfroren opportunistisch populisme (ik weet het, dat is een pleonasme) wilde de PVV van onze premier weten of hij, als er een Elfstedentocht komt, gaat kijken. En als hij niet gaat, waarom niet. En onze vrijheidsliefhebbers kwamen met het prachtige voorstel om een nationale feestdag uit te roepen als de Tocht der tochten gereden kan worden. Tja, zo is de PVV. Goedkoop. Symboolpolitiek voor alles. Als er een Nederlandse vlag bij de finish hangt, dan is het genoeg. Al moet de tocht natuurlijk eigenlijk verboden worden, althans, moet minimaal een deel van de toerrijders niet alleen met een Elfstedenkruis huiswaarts gaan maar ook met een bekeuring, vanwege het dragen van gelaatsbedekkende kledij.

Een prachtig populistisch voorstel, maar zoals vrijwel alle ideeën van de PVV gaat ook dit niet door. Wordt het gemiddelde voorstel van de PVV naar de prullenmand verwezen vanwege futiliteiten als Europese regelgeving of erger nog die vermaledijde Grondwet, bij de laatste losse flodder grijpen de weergoden zelf in. Die hele Elfstedentocht gaat natuurlijk niet door, vanwege de naderende dooi. Het trieste is dat Wilders dat allang wist. Maar zo werkt dat bij de PVV. Het gaat niet om de haalbaarheid van een voorstel, het gaat om de steen in de vijver die het veroorzaakt. Al leveren die stenen de laatste tijd zo veel wakken op, dat Neerlands enige eenmanspartij daarin wel eens kopje onder kan gaan. Glad ijs, Wilders, dat ook niet over de hele route betrouwbaar is...

donderdag 2 februari 2012

En hij twittert: @PvdH2011

Dat was even schrikken gisteren. Via de mail begreep ik gisteren dat ik maar liefst twee (2!) volgers heb op Twitter. Natuurlijk ontzettend weinig - maar veel als je bedenkt dat ik mijn eerste tweet nog moest schrijven. Kredietvolgers, denk ik dan - waarschijnlijk toegetreden naar aanleiding van het onderstaande artikel gisteren in De Gelderlander.
Noblesse oblige, en volgers moeten wat te volgen hebben - dus ik zal er maar eens mee gaan beginnen. Vanaf heden twittert @PvdH2011 (ja, ik heb het slapende account al even) ook nog over politiek en andere zaken! Wees welkom om te volgen - maar heb nog niet al te hoge verwachtingen bij aanvang...

Reactie op een idioot commentaar op artikel

Een beetje een lang stuk voor een blog - 't is voor de liefhebber, zullen we maar zeggen. Niet alleen in de column in universiteitsblad Vox ben ik ingegaan op de bizarre kritiek van René van Hoften (toen heb ik zijn naam nog weggelaten), maar ook in De Gelderlander nadat hij zijn Kim il-Jungiaanse ideeën ook onder een groter publiek probeerde te verspreiden. Hier komt-ie dan:




De Gelderlander

1 februari 2012 woensdag 
Nijmegen Stad Editie

Hoed u voor partijdige geschiedschrijving!

Peter van der Heiden en Jonn van Zuthem vinden dat ze terecht vraagtekens gezet hebben bij de linksigheid van Nijmegen in de jaren zeventig.

De voormalig activist en oprichter van het orkest Kladderadatsch, René van Hoften, verwijt ons, als auteurs van een artikel in het jaarboek Numaga over Nijmegen als 'linkse stad' in de jaren zeventig gevoelens van naijver te bezitten omdat wij de jaren zeventig niet hebben meegemaakt. 
 In een artikel in De Gelderlander stelt hij dat een aparte commissie de geschiedenis van links Nijmegen zou moeten bestuderen en beschrijven, want bij 'wat neutrale historici' (zoals wij) zou dit 'niet in goede handen' zijn.
 Historisch onderzoek is volgens ons echter gebaat bij afstand tot het onderzoeksobject, zowel in de tijd als in emotionele betrokkenheid, wil het niet verworden tot zelf verheerlijkende geschiedschrijving à la Noord-Korea. Aan precies dat euvel lijdt de socioloog (dus niet 'historicus', zoals het bijschrift bij zijn artikel in De Gelderlander foutief luidt) Van Hoften. Ter illustratie nog één citaat uit een e-mail die Van Hoften ons stuurde 'Over enkele eeuwen zal dit tijdsgewricht nog steeds schrijvers inspireren omdat het een 'verlichtingsperiode' was'. We rest our case.
 Dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen inhoudelijke discussie over ons artikel, of over het linkse Nijmegen in de jaren zeventig, te voeren zou zijn. Maar dan moet zo'n discussie wel op argumenten gevoerd en op feiten gestoeld zijn.
 Op verzoek van de Numaga-redactie hebben wij een artikel geschreven over het 'linkse imago van Nijmegen in de jaren zeventig', hetgeen ook duidelijk in het artikel naar voren komt. Dat geeft al antwoord op aardig wat kritiek van Van Hoften: de tijdspanne is duidelijk, het onderzoeksobject (heel Nijmegen, dus niet alleen de universiteit) en het 'onderzoekskader' is daarmee afgebakend.
 Verder is het op zijn minst opmerkelijk dat ons wordt verweten geen duidelijke probleemstelling te hebben, terwijl twee zinnen verderop onze hoofdvraag - die overigens luidde of het linkse beeld van Nijmegen voor de hele stad opging, en niet, zoals Van Hoften suggereert, of burgerlijk Nijmegen door het linkse virus besmet raakte - wordt bekritiseerd.
 Het probleem lijkt veel meer te zijn dat Van Hoften het niet eens is met onze vraag - en nog veel minder met onze uitkomsten. Dat kan, maar dat is een totaal andere discussie. Ronduit misleidend is Van Hoftens opmerking dat wij maar een vijftal organisaties noemen die de tijd hebben overleefd. Wij noemen er inderdaad vijf, met als bijzin 'om er maar een aantal te noemen'. Dat is maar op ÈÈn manier uit te leggen: er zijn er nog (veel) meer. Dat is fabriceren van bewijsmateriaal door selectief te citeren - inderdaad, een gebruik dat in de jaren zeventig in menig sektarisch clubje hoogtij vierde.
 Natuurlijk, 'links' was groot in Nijmegen in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Dat ontkennen wij ook niet. Waar Van Hoften ronkt met 45 procent bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1974, wijzen wij dan maar op Amsterdam, waar 'links' dat jaar maar liefst 61 procent behaalde. Of Rotterdam, met 58 procent. Dat zijn linkse meerderheden, in tegenstelling tot de 45 procent in Nijmegen. 
 Los daarvan zijn er nog wel wat vraagtekens te zetten bij de mate van linksigheid van de Nijmeegse PvdA in die tijd, zeker waar het de traditionele achterban (die had die partij toen nog) betreft. Het spraakmakende linkse deel, en dat bevond zich (ver) ter linker zijde van de PvdA, was in de jaren zeventig nooit groter dan 20 procent; wederom, minder dan in de hoofdstad. Niet voor niets koos de PvdA in Nijmegen stelselmatig om mee te besturen met KVP of later CDA, en niet met uiterst links, veelal en niet voor niets, 'klein links' genoemd.
 Ook tijdgenoten waren zich - op zijn minst later - bewust van de afstand tussen de spraakmakende actievoerders en de 'burgerlijke' bevolking. Wij citeren in ons artikel in het jaarboek Jan Wijnia, de eerste wethouder van GroenLinks in Nijmegen. Hij staat toch niet bekend staand als al te rechts, en hij schrijft dat 'de studentenbeweging met al zijn kleuren en sektes ver af staan van het merendeel van de Nijmeegse bevolking'.
 Ons artikel in het jaarboek van Numaga geeft een nuancering van het bestaande beeld van Nijmegen in de jaren zeventig. Wij veronderstellen dat de 'mythe', zoals wij het noemen, dat heel Nijmegen zo veel linkser was dan de rest van Nederland in stand gehouden wordt door de omstandigheid dat 'links' tot nu toe zijn eigen geschiedenis heeft geschreven, en zoals maar weer eens blijkt, als een terriÎr bewaakt. 
 Met een wat meer afstandelijke blik blijft er van die mythe niet zo veel meer over, zoals ook blijkt uit de woorden van Jan Paalman, in reactie op de seventiestentoonstelling in Museum Het Valkhof in 2007: 'Een tienjarige rel in een Roomse kostschool, meer was het niet'. Maar dat is als activistische tijdgenoot natuurlijk niet leuk om te horen.

 Peter van der Heiden is politicoloog en Jonn van Zuthem is historicus. Ze zijn de auteurs van Een modelboerderij voor de rest van Nederland? Nijmegen als 'linkse stad' in de jaren zeventig.


Copyright 2012 Wegener NieuwsMedia BV
All Rights Reserved


maandag 30 januari 2012

And the winner is...

In de berichtgeving over het PvdA-congres van vorige week is een opmerkelijk punt nogal ondergesneeuwd door de sensationele bekendmaking dat Job Cohen zich voortaan als een oppositieleider gaat opstellen - dat dat überhaupt nieuwswaardig was zegt wat over de staat van deze partij en haar huidige leider. In de slipstream van deze mededeling koos de PvdA er en passant voor om voortaan een open lijsttrekkersverkiezing te houden. De benoeming bij coöptatie van Cohen is in retrospectief blijkbaar toch niet het wondermiddel gebleken dat de partij er van verwachtte.

Als extraatje mogen voortaan ook niet-partijleden zich voor het lijsttrekkerschap aanmelden. Het moet niet gekker worden! Het is al op het randje dat de partij zo nu en dan niet-PvdA'ers aantrekt om namens de sociaal-democratie wethouder te worden, maar daar valt in ieder geval inhoudelijk nog wat voor te zeggen. Een goede vakwethouder met sociaal-democratisch gevoel is wellicht te prefereren boven een doorgewinterde partijtijger zonder verstand van zaken.

Maar de lijsttrekker voor de Tweede-Kamerverkiezingen? Heeft er niemand op dat congres bij nagedacht dat de nummer één op de lijst niet alleen wordt ingehuurd om zo veel mogelijk stemmen te trekken, maar ook en vooral als politiek leider daarna? En voor die tweede functie is het wel degelijk prettig dat iemand aantoonbare verwantschap, blijkend uit een - liefst enigszins langdurig - lidmaatschap, met de partij bezit. Het is niet zo moeilijk om een aantal mensen te bedenken die als lijsttrekker flink zouden scoren - maar die je never nooit aan het hoofd van welke politieke partij dan ook zou willen zien omdat ze daar de koers kunnen uitzetten.

Het is een symptoom van het verval van de politiek. In mijn - blijkbaar volstrekt achterhaalde - optiek probeert een partij veranderingen in de maatschappij aan te brengen, gebaseerd op haar ideologie en haar politiek programma. Met dat programma gaat die partij de boer op om te kijken hoe breed de steun is voor het voorgenomen beleid, en behaalt dan eventueel voldoende macht om dat ook uit te voeren. Bij de PvdA wordt dat nu omgedraaid: eerst gaan we met een populaire lijsttrekker zo veel mogelijk macht binnenhalen, en dan zien we wel wat we daarmee gaan doen.

Misschien kan John de Mol er een leuk televisieprogramma van maken. Formats genoeg. So you think you are a political leader? Politics got talent? Of is het wellicht meer iets voor Frits Sissing, 'Op zoek naar... de nieuwe PvdA-lijsttrekker'? Kan de opkomst en neergang van de eens zo trotse sociaal-democratie mooi in een musical worden gegoten...

donderdag 26 januari 2012

Column Vox: Peace, man!

Kort geleden vroeg de redactie van het Jaarboek Numaga een goede collega en mij om een artikeltje te schrijven over het imago van het linkse Nijmegen in de jaren zeventig. Een leuk verzoek, waaraan ik – zoals altijd bij leuke verzoeken – enthousiast gehoor gaf. Onder de titel ‘Een modelboerderij voor de rest van Nederland' fileerden wij het belang van deze tijdspanne voor de Waalstad. Natuurlijk, links was erg luidruchtig en spraakmakend in die tijd, maar dat betrof een overwegend academische elite –gewone Nijmegenaren vonden toch vooral dat dat langharige werkschuwe tuig maar eens gewoon aan de slag moest, in plaats van hen, veelal tegen hun wil, te bevrijden.

Het is een gestolde mythe – wij veronderstelden omdat de deelnemers uit die tijd hun eigen geschiedenis hadden geschreven. En daarin zijn ze – met hun ideologische verwantschap aan Kim Jong-Il niet echt verbazingwekkend –bepaald niet bescheiden gebleven.

Al voor de jaarboeken in de winkel lagen, reageerde een voormalige zelfverklaarde linkse hotshot als door een adder gebeten. De Piersonrellen, ‘culminatiepunt van alle linkse wederwaardigheden’ hadden we niet genoemd! Tja, die speelden in de jaren tachtig… En een maandje na verschijning ontving ik via de mail nog een hilarische reactie van een toenmalige activist. Ten eerste werden mijn brother in crime en ik volgens hem gedreven door na-ijver op zijn generatie, omdat wij die wonderbaarlijke tijd niet meegemaakt hadden. Ten tweede keken wij met academisch dedain – de brievenschrijver is HAN-docent, vandaar, en nog wel in de door links verfoeide marketing - neer op de maatschappijkritische activistische student van toen. En ten derde – daar komt-ie – moesten wij niet vergeten dat wij zulke artikelen alleen maar konden schrijven door het belangrijke werk dat hij en zijn kornuiten voor ons hadden verricht.

Wij bleken, met andere woorden, in de hand van onze bevrijder te bijten! Met een dreigend ‘wees je dat wel bewust!’ en een oproep om linkse geschiedenis voortaan in handen van keurige linkse historici te geven (die is ‘niet in goede handen’ bij ‘wat neutrale historici’  en er zou eeuwen na nu nog over deze 'periode van verlichting' worden geschreven – hallo Kim Jong-Il) sloot hij af. Ik heb hem hartelijk bedankt voor het onderbouwen van onze veronderstelling. Peace, man!

woensdag 25 januari 2012

Wilders en het gelijk van de kiezer

Een interview gisteren met Geert Wilders. Dat zien we niet vaak; Geert is meer van het twitteren - waarschijnlijk omdat zijn boodschap beter in een zeer beperkt aantal lettertekens past. Maar goed, hij mocht aanschuiven bij een tamelijk kritiekloze Frits Wester, vooral om de SP aan te pakken. Want voor het eerst sinds de oprichting van zijn eenmanspartij gaat het bergaf in de peilingen. En dat doet pijn.

Wat Wilders te melden had was tamelijk voorspelbaar en daarom niet bijster interessant. Maar de peilingen laten wel een opmerkelijke trend zien: er is een grote overloop van de PVV naar de SP. Van de PVV naar de SP! Van de meest rechtse partij in het politieke spectrum naar de meest linkse! Dat zegt veel over het betreffende deel van het electoraat. Nooit tevreden, tegen stemmen om het tegen stemmen. Eigenbelang eerst. En vooral: geen kaas gegeten van het inhoudelijke program van deze partijen, want met een beetje achterliggende kennis is een dergelijke overstap nauwelijks te maken.

Maar het zegt nog iets. Waar bij de start van dit kabinet ronkend werd geadverteerd met de wens van Nederland voor een rechts kabinet en een rechts beleid, geven de peilingen aan dat daarvan geen sprake is. Links of rechts zal de PVV-kiezer wordt wezen; het gaat om behoud van het bekende. De bekende identiteit, het bekende inkomen, de bekende sociale zekerheid, het bekende pensioen. Behoudzucht is de brug tussen PVV en SP - en de kiezer blijkt behoudzuchtig. In ieder geval bij Maurice de Hond.

De kiezer heeft altijd gelijk, is een altijd gehoord adagium in Den Haag daags na de verkiezingen. Maar wat blijft er over van dat gelijk als de kiezer zelf niet weet waarvoor hij kiest? Niet veel meer dan het gelijk van de vismarkt.

maandag 23 januari 2012

Italiaanse boodschap aan Geert Wilders


Wel politieke invloed maar geen echte verantwoordelijkheid? Staaltje politieke lafheid en een echte kapitein onwaardig. Dus: Ga aan boord, lummel! (en dan is lummel heel vriendelijk politiek correct vertaald...)

Compassie

Het CDA gaat er voor! En hoe. Met een hoog Eureka-gehalte moderniseren de laatsten der christendemocraten hun kernwaarden. Compassie moet het worden. Tuurlijk, dacht ik meteen. Als er één woord thuis hoort bij een club die nieuwtestamentisch bezig wil zijn, dan is het wel compassie. Want de held uit hun verhaal, de man die meer dan tweeduizend jaar christendom op zijn geweten heeft, is toch - vooruit, samen met de Dalai Lama - de kampioen mededogen?

Maar het C-woord was nog niet gevallen, of een groep tweederangs prominenten begon al te morren. Compassie is zijig. Compassie is links. Compassie is niet te rijmen met wat we aan het doen zijn: het saneren van Nederland. Daar kunnen we geen compassie bij gebruiken, daarvoor hebben we een rekenmachine nodig. En preken over compassie terwijl je een akkoord uitvoert waar de handtekening van Wilders onder staat, tja, da's niet erg geloofwaardig.

Het deed mij denken aan het oprichtingscongres van het CDA, waar ook een richtingenstrijd plaatsvond. Met Van Agt als eerste lijsttrekker had het CDA een rechts imago, zeer tegen de zin van tweede man Aantjes. Hij hield daarom op dat congres zijn beroemde 'Bergrede', vol met compassie. het CDA moest de hongerige voeden, de zieke verplegen, de vluchteling huisvesten. Inderdaad, vrijwel dezelfde woorden als die van de grote roerganger J.C. van Nazareth.

Het resultaat is bekend. De CDA-compassie leidde tot het kabinet-Van Agt-Wiegel en later de kabinetten-Lubbers. Er was nog nooit zo hard en zo 'no-nonsense' gesaneerd als na die Bergrede. Een waarschuwing lijkt dus op zijn plaats: als het CDA compassie preekt, pas dan op je tellen!