donderdag 24 oktober 2013

Het gelijk van Rita Verdonk, of: zonder schmink is Piet gewoon de verklede buurvrouw


Ik zie haar nog zo de trap af komen op het oprichtingsfeestje van haar partij, Rita Verdonk. In haar speech zei ze theatraal: ‘En nu willen ze ook nog ons Sinterklaasfeest afpakken’. Kolderiek vond ik het – toen nog wel. Die ‘ze’ van Rita Verdonk, ik had geen idee wie ze ermee bedoelde, maar toch zeker niet de VN. Maar jawel, het blijkt deze organisatie te zijn die, gespeend van elke kennis over oorsprong en belang van het Sinterklaasfeest en nog voor het onderzoek daarnaar van start is gegaan, de traditie afdoet als racistisch en de premier oproept de viering van de sterfdag van de heilige Nicolaas een halt toe te roepen. Met terugwerkende kracht voel ik enige sympathie voor Trots Op Nederland, een behoorlijke schok.
De discussie over Zwarte Piet neemt bizarre vormen aan. Grijpt Piet terug op de slavernij, is Piet zwart door zijn entree via de schoorsteen, is het juist een door Sint Nicolaas bevrijde slaaf of is het gewoon een ‘blackface’, bedoeld om donker getinte mensen belachelijk te maken? Is het nu echt bij niemand opgekomen dat Piet donker geschminkt is om precies dezelfde reden dat Sinterklaas veel lang wit haar en een enorme baard heeft? Bij het ontbreken van deze elementen wordt wel heel snel de buurman herkend – en is het feest over.
Kinderen zien in Zwarte Piet geen zwarte man of vrouw, net zo min als ze in Sinterklaas een blanke man zien. Mijn jongste dochter heeft in haar leven één keer een zwarte man ‘Piet’ genoemd – maar die maakte het er wel een beetje naar door zijn op een Pietenpak gelijkende kledij. Alle andere zwarte mensen die ze tegenkomt – en dat zijn er nogal wat – zijn gewoon mensen, die niets met het sinterklaasfeest van doen hebben. Kinderen zien in Sinterklaas en Zwarte Piet de sprookjesfiguren die ze zijn, zonder associatie met echte mensen. De hele discussie gaat over de hoofden van de gelovigen heen – gelukkig maar – en wordt gevoerd door mensen die het kind in zichzelf blijkbaar volledig kwijt zijn geraakt.
In mijn jarenlange ervaring als hulpsinterklaas – ik ben wat bevooroordeeld in deze kwestie, ik geef het toe – heb ik nooit ook maar het geringste spoortje van racisme bij kinderen gezien. Op Zwarte Piet wordt niet neergekeken, integendeel, hij is nog populairder dan de Sint. Veel kinderen zijn bang voor Sinterklaas, maar ik moet het eerste kind nog tegenkomen dat bang is voor Piet. Mijn dochter – daar is ze weer – durfde niet bij mij op schoot, maar wel bij Piet. Talloze kinderen trekken Pietenpakken aan, dromen van de Pietenschool en halen hun Pietendiploma – wat ze nooit zouden doen als ze ook maar enige negatieve associatie bij de kleur van de betreffende figuur zouden hebben. En niet alleen blanke kinderen, ook in de zwarte gezinnen waar ik gelukkig ook kom, zijn Sint en Piet in hun traditionele hoedanigheid meer dan welkom. Kinderen kennen het gif van het racisme nog niet, en het zou mij niet verbazen als de figuur van Piet die gevoelens eerder tegenhoudt dan oproept.
Betekent dat dan dat de gevoelens van hen die zich gekwetst voelen door het sinterklaasfeest genegeerd moeten worden? Dat denk ik niet. Zelf zorg ik er altijd voor dat mijn Pieten geen creoolse oorringen dragen, geen extra dik geschminkte lippen hebben en niet met een fake-Surinaams of -Antilliaans accent spreken. Net als de televisiepieten. Hoe gemakkelijk moet het niet zijn voor de tv-hoofdpiet – toch één van de beste imitatoren van Nederland – om zich zo’n accent aan te meten? Maar zijn optredens als hoofdpiet zijn sporadische momenten waarop we de gewone stem van de betreffende cabaretier horen. En een pruik in een andere stijl dan kroeshaar kan ook geen kwaad. Door kleine aanpassingen kan de associatie met zwarte mensen volledig weggenomen worden en blijft het archetype Piet over.
Het is een kenmerk van een democratie dat rekening gehouden wordt met de wensen van een minderheid. Een volwaardige democratie is immers meer dan het simpelweg doordrukken van de meerderheidswil. Dat impliceert echter niet dat een minderheid zijn wil op kan leggen aan de meerderheid.  Naar verluidt wil zo’n zeven procent van de Nederlandse bevolking Zwarte Piet afschaffen. Hoe diepgevoeld de afkeer van Piet ook kan zijn, er zijn elementen in de Nederlandse samenleving waar een veel groter percentage enorme, ook diep gevoelde, moeite mee heeft, maar waarvan het afschaffen absoluut geen optie is. De monarchie, om maar wat te noemen, of de Eerste Kamer. Ontwikkelingshulp. Artikel 1 van de Grondwet. Of, een wat gevaarlijker vergelijking wellicht, hoofddoekjes en boerka’s.
Ik ben er vast van overtuigd dat onze samenleving nog altijd, misschien zelfs in toenemende mate, racistische elementen kent. Ik vind ook dat die fors bestreden moeten worden. Maar ik ben er evenzeer van overtuigd dat het sinterklaasfeest daar niet toe behoort. In ieder geval niet bij degenen voor wie dat feest bedoeld is, en die geen enkele racistische associatie hebben bij Sint of Piet. Laat het gif van het volwassen racisme toch in Sint Nicolaas’ naam niet het feest en de kinderziel bederven.